Groene Kerk
In de negende eeuw stond op de plaats van de huidige Groene of Willibrordkerk een volgens de legende door Willibrord gewijd kerkje. Het lag langs een belangrijke route op de rand van een strandwal en was van de eerste kerken in het graafschap Holland. Volgens de overlevering heeft Willibrord hier omstreeks 740 op de resten van een Romeinse nederzetting een houten kerk gebouwd, welke in 856 werd verwoest door de Noormannen. In 1574 is de kerk opnieuw verwoest tijdens het beleg van Leiden. De kerk is meermalen vernieuwd en herbouwd. Na de verwoesting tijdens het beleg van Leiden is rond 1600 alleen het schip van de kerk herbouwd; de behouden tufstenen toren en het kostershuis werden gerepareerd. In 1662-1663 is het resterende deel van de kerk herbouwd. Deze herbouw vond plaats op de funderingen en met gebruikmaking van resten van zijn voorganger. Zo ontstond de huidige, éénbeukige kruiskerk, gebaseerd op het 15de-eeuwse gotische model. De kerk is gemetseld in baksteen en tufsteen. De Romaanse tufstenen toren is in 1830 afgebroken. Bij de restauratie in 1956 werd op de plek van de toren een entreeportaal gebouwd.
De kerk kreeg de naam ‘Groene Kerk’ doordat de kerkvoogd J. van den Berg in het laatste kwart van de 19de eeuw klimop liet aanbrengen. Tijdens de laatste restauratie is deze klimop verwijderd omdat de begroeiing het muurwerk aantastte.